De natuurlijke vogelveren, vooral wanneer ze bijzonder bont zijn, vormen op zichzelf al een decoratief element. Maar er bestaat ook een originele en enigszins ongewone manier om ze extra in de kijker te zetten: door ze te gebruiken als drager voor een schilderij! En hier spreken we echt over “schilderen op veren” en niet “met een veer”.

Sommige kunstenaars (zowel indianen als Europeanen) hebben zich namelijk gespecialiseerd in het tekenen en inkleuren van figuratieve motieven op natuurlijke veren van niet-beschermde vogelsoorten.

Deze techniek, even verrassend als betoverend, vereist uiteraard extreme geduld, talent en precisie. De kunstenaar begint met het zorgvuldig verzamelen, selecteren en samenstellen van de veren die hij nodig heeft.

Meestal gebruikt men de vleugelveren (slagpennen) of staartveren (stuurpennen) van vogels zoals gaaien, eksters, kraaien, duiven, fazanten, wilde eenden (en eenden in het algemeen), tortelduiven, lijsters, patrijzen, merels, snippen, kippen, parelhoenders, ganzen, wintertalingen of zelfs pauwen. Deze veren ondergaan geen bijzondere behandeling, behalve het toevoegen van mottenballen om ze te conserveren.

Vervolgens wordt de olieverf rechtstreeks op de veer aangebracht, met behulp van uiterst fijne penseeltjes (nummers 0 tot 2), en altijd in de richting van de veerstructuur. De kunstenaar begint met het tekenen van de contouren van het onderwerp op het vooraf samengestelde geheel van veren.

Daarna vult hij de vorm met kleur in, om vervolgens aan de verschillende details te werken. Al deze handelingen zijn bijzonder tijdrovend en delicaat, en de kunstenaar kan zich gedurende de vele werkuren geen enkele fout veroorloven.