In de Middeleeuwen trouwde men meestal in het rood. Hoewel rood in de natuur een uitzonderlijke kleur is, was het een van de kleuren die het best beheerst werden door de ververs en daardoor goedkoper was. Bovendien stond het voor vreugde. Er zijn talloze variaties van deze kleur, waardoor er een breed scala aan roodtinten en vele mogelijkheden waren.
Rood was een edele, aristocratische kleur en heeft lange tijd macht gesymboliseerd, zoals de wapenschilden van de koningen van Engeland tonen.
Sinds de opkomst van het witte huwelijk aan het einde van de 18e eeuw durft men zelden nog in het rood te trouwen, omdat deze kleur, die aan bloed doet denken, een negatieve bijklank heeft gekregen.
Toch is rood vooral de kleur van het leven, van vurige liefde en hartstochtelijke passie. Hoe zou men zo’n symboliek kunnen negeren bij de verbintenis van twee geliefden? Daarom duikt deze kleur steeds vaker op bij bruiloften, soms in kleine, voorzichtige accenten zoals een boeket, een ceintuur, een corsage of een sieraad… Of ze wordt omgevormd tot bordeauxrood, dat zachter oogt.
De heropleving van het korset en de interesse in de middeleeuwen maken het mogelijk om rood weer openlijker te gebruiken zonder de schijn te schaden. Want rood is allesbehalve flets: het prikkelt de zintuigen, het wakkert aan, het staat voor levensvreugde en kracht.
|